columbidae
columbiformes
Gevogelte
Ongeveer twee en een halve week.
1
Zaden, bessen, fruit, noten en insecten.
Van 18 tot 20 jaar.
Door het gebrek aan natuurlijke vijanden en zijn isolement op kleine eilanden heeft deze duif een zeer helder verenkleed ontwikkeld, wat hem tot een van de mooiste ondersoorten van duiven maakt. Zijn lichaam is voorzien van zeer heldere blauwgrijze veren, die de lange iriserende groene veren in zijn nek benadrukken. De staart is kort en wit en de poten zijn rood.
Het vrouwtje is kleiner dan het mannetje. Dit is te onderscheiden doordat ze een witte iris hebben, terwijl mannen en jongeren bruine irissen hebben.
Jonge exemplaren zijn gemakkelijk te herkennen aan hun zwarte staart en omdat ze de iriserende reflectie in de veren missen.
Ze leven in groepen en brengen een groot deel van de dag door met het zoeken naar voedsel. Ze zijn monogaam en paren voor het leven. Tijdens de verkering buigt het mannetje herhaaldelijk voor het vrouwtje, waarbij de veren in zijn nek worden verstoord.
Ze nestelen in een boom, een paar meter hoog. Het vrouwtje legt een enkel wit elliptisch ei af. Het mannetje en het vrouwtje broeden om beurten het ei uit gedurende twee en een halve week. Ouders voeden de baby tijdens de eerste drie maanden van zijn leven met kropmelk.
Het is de meest nabije levende verwant van de Dodo-vogel. Het heeft een spierlaag in de maag met hoornplaten waarmee hij grote noten kan verpletteren.