Phasianidae
Hoenderachtigen
Gevogelte
Incubatie gedurende 24 tot 26 dagen.
Meestal 2 eieren
Vruchten, zaden, bladeren, stengels en ongewervelde dieren, zonder enkele kleine knaagdieren, amfibieën en reptielen uit te sluiten.
18-20 jaar.
Mannetjes hebben lange veren op hun vleugels, waarvan sommige versierd zijn met een complex patroon van ocelli. De secundaire vleugelveren, die bij andere vogels van groot belang zijn voor de vlucht, spelen bij de koninklijke argos een zeer belangrijke rol tijdens de verkering. Vrouwtjes, veel discreter dan mannetjes en kleiner van formaat, hebben een korter en donkerder verenkleed, zonder ocelli. Beide geslachten hebben een dunne, lichtblauwe huid op het gezicht.
Het zijn vogels die het grootste deel van het jaar solitair leven, behalve tijdens het broedseizoen, wanneer de vrouwtjes het territorium van het mannetje bezoeken om zich voort te planten. Deze laatste zijn zeer territoriaal en houden de verkeringsruimte vrij van bladeren, stenen en stokken. Na het paren legt het vrouwtje twee eieren die 24-26 dagen zullen uitbroeden. Hij zal dit alleen doen, aangezien het mannetje niet deelneemt aan de vorming van het nest, de incubatie of het grootbrengen van de kuikens.
Wanneer de tijd voor verkering aanbreekt, opent het mannetje zijn vleugels en legt zijn hoofd opzij, zodat de prachtige ocelli van zijn verenkleed zichtbaar worden. Hij omringt het vrouwtje terwijl hij met zijn staartveren schudt, wat een karakteristiek geluid maakt.