Burhinidae
Charadriiformes
Gevogelte
Incubatie van 26-27 dagen
1-3 eieren
Ze voeden zich voornamelijk met insecten, maar jagen ook op kleine zoogdieren, kleine reptielen en zelfs kikkers.
ongeveer 15 jaar
De lange poten van de Kaapse Wulp helpen hem over de grond te bewegen die bedekt is met kruidachtige planten en struiken. Het is een vogel die liever loopt dan vliegt en in zeldzame gevallen lange vluchten maakt. Wanneer dit gebeurt, is hij meestal op zoek naar water.
Het heeft een korte, geelbruine snavel en een pijlvormige kop. Vrouwtjes en mannetjes lijken op elkaar; zelfs jongeren lijken op volwassenen, behalve dat ze grijze sproeten op de vleugels en andere delen van het lichaam hebben. De bruine en witte kleuren van het verenkleed dienen als camouflage.
Wanneer hij met gevaar wordt geconfronteerd, hurkt hij op de grond en blijft bewegingloos, onopgemerkt.
Hun grote gele ogen zijn aangepast aan hun schemergewoonten: overdag zien ze er kalm uit, terwijl ze bij het vallen van het licht actiever en luidruchtiger worden. Hoewel agressie geen dominante eigenschap is bij deze vogels, worden mannetjes agressief en territoriaal bij het beschermen van jonge exemplaren.
Tijdens het voortplantingsseizoen vindt er een huwelijksprocessie plaats die bestaat uit verschillende bewegingen en bogen van het lichaam, samen met een botsing van snavels. Met droge takken en kleine steentjes bouwen ze nesten op de grond, waarin ze tussen de 1 en 3 eieren leggen. Het echtpaar broedt ze om de beurt uit, hoewel het de moeder is die meer uren aan deze taak besteedt. De kuikens vliegen na 7-8 weken.
Als ze de aanwezigheid van een roofdier detecteren, zal een van de volwassenen weggaan van het nest en doen alsof hij gewond is om de aandacht te trekken en het roofdier voor de gek te houden, en hem zo uit het nest te krijgen.