Hylobatidae
primaten
Mammalia
7 meses
1
Voornamelijk fruit en bladeren, hoewel hij ook insecten kan eten.
Van 40 tot 50 jaar
Deze soort vertoont seksueel dimorfisme: mannetjes zijn zwart met witte wangen, terwijl vrouwtjes goudkleurig zijn met een zwart gezicht en zwarte kroon. De baby's worden altijd geboren met de kleur van de moeder, zodat ze onopgemerkt blijven door zich aan haar buik vast te klampen. Als ze een jaar oud zijn, krijgen ze een zwarte kleur, maar bij het bereiken van geslachtsrijpheid (6-8 jaar) krijgen vrouwtjes opnieuw de gouden tint die hen kenmerkt. Gibbons hebben geen staart en dankzij hun lange armen kunnen ze met grote sprongen van tak naar tak bewegen. Deze beweging staat bekend als ‘brachiatie’. De vingers van de handen zijn erg lang en gebogen, waardoor het gemakkelijker is om de takken vast te houden. Ze kunnen tot wel 8 meter van tak naar tak springen. Wanneer ze zich over de grond voortbewegen, lopen ze op twee benen (tweevoetigheid) en behouden ze hun evenwicht met hun armen.
Ze communiceren via luide vocalisaties. Het vrouwtje initieert het lied en het mannetje reageert, waardoor het volume en de complexiteit geleidelijk toenemen.