agamidae
squamata
Reptilia
Ongeveer twee maanden.
elk legsel van 2 tot 8 eieren.
Omnivoor. Hoewel hij zich voornamelijk voedt met plantaardig materiaal zoals bladeren en stengels, eet hij sporadisch insecten en schaaldieren.
Tussen 20-25 jaar oud.
Hun lichaam is bedekt met schubben en tussen hun vingers hebben ze vliezen waarmee ze over het water kunnen ‘lopen’, vooral de jongere exemplaren, omdat ze minder wegen. In de nek, van de nek tot aan de rug, hebben volwassenen een tandvormige keratinerand. Het meest onderscheidende kenmerk van mannetjes is de rechtopstaande kuif aan de basis van de staart, die 8 centimeter hoog kan worden. Het helpt hen zichzelf door het water voort te stuwen, hun territorium te markeren en speelt een zeer belangrijke rol bij de thermoregulatie, omdat het werkt als een zonnepaneel en sneller de hitte absorbeert die zo nodig is voor reptielen.
Vrouwtjes broeden één keer per jaar, maar kunnen in één seizoen meerdere legsels leggen. Elk legsel bevat ongeveer 2 tot 8 eieren en ze worden begraven in een ondiep gat dat in de grond is gegraven nabij de waterkant. De jongen komen na ongeveer twee maanden tevoorschijn en zijn actief en behendig, waardoor ze aan talloze roofdieren kunnen ontsnappen.
Zodra ze geboren zijn, springen ze in het water om zichzelf te beschermen tegen roofdieren zoals slangen, vogels of vissen. Als ze zich bedreigd voelen, handelen de volwassenen hetzelfde: ze duiken naar het diepste deel van de rivier en wachten tot het gevaar geweken is. Ze kunnen maximaal 15 minuten onder water blijven.