Geoemydidae
Testudines
Reptilia
Incubatie van ongeveer 100 dagen.
2 tot 6 eieren.
Voornamelijk fruit en waterplanten, hoewel ze in gevangenschap ook vis of vlees kunnen eten.
Ongeveer 30 jaar.
Het is een semi-aquatische schildpad met harde schaal. Het bovenste deel hiervan is donkerbruin of zwart, met een goed gedefinieerde rand in het midden die mogelijk een lichtgekleurde lijn heeft. Het plastron (onderkant van de schaal) is gelig. De kop is breed, grijsachtig of groenachtig van kleur, met gele, oranje of roze vlekken die met de jaren verdwijnen. De kaak is crèmekleurig en de bovenkaak heeft een V-vormige snavel in het midden, geflankeerd door een paar tandachtige uitsteeksels. Hun langwerpige ledematen en banden aan hun achterpoten zijn een perfecte aanpassing aan een semi-aquatische levensstijl. Mannetjes verschillen van vrouwtjes doordat ze een dunnere staart hebben en de plastron iets naar binnen buigt.
De verkering duurt uren en het mannetje bijt meestal in de nek en het hoofd van het vrouwtje. Een maand later legt het vrouwtje 4 tot 6 eieren die ze ongeveer 100 dagen zal uitbroeden. Eieren worden gelegd tussen november en december, zodat de kleintjes tussen mei en juni geboren zullen worden. De baby's worden geboren met een verzacht centrum van het plastron, dat na verloop van tijd zal verharden.
De baby's wegen bij de geboorte ongeveer 23 gram.